In 1830 werd de KNIL, het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, opgericht met als doel de gebieden in de Nederlands-Indische archipel, nu bekend als Indonesie, onder direct bestuur van het Nederlands gouvernement te brengen dan wel te houden. Dit ging niet zonder slag of stoot en moest daarom onder druk van wapens worden afgedwongen. De manschappen werden deels uit de lokale bevolking en deels uit Europeanen gevormd. Niet alleen Nederlanders maar ook veel Duitsers en Belgen namen deel aan dit leger.
De recrutering vond plaats in het voormalig muntgebouw in Harderwijk , dat vanaf 1844 het Koloniaal Werfdepot heette. Tussen 1855 en 1894 vertrokken 73.000 militairen via dit Koloniaal Werfdepot naar Nederlands-Indie. Hiervan waren 45.000 Nederlanders en de rest bestond uit buitenlanders. De meest uiteenlopende beroepen waren vertegenwoordigd: onderwijzers, ijzergieters, bouwlieden, bakkers, muzikanten, schrijvers en zelfs veeartsen. Allen probeerden hun geluk te zoeken als koloniaal soldaat. Het waren meest mensen die om economische redenen tot de KNIL toetraden maar ook waren er soldaten die voor de keus werden gesteld: strafbataljon of Nederlands-Indie. Al met al een heel gemêleerd gezelschap dus.

plaatjeIn de familie Brondijk vinden we ook een deelnemer aan de KNIL: Jurrien Brondijk, tweede zoon van Jurrien Harms Brondijk en Grietje Bos (zie genealogie Brondijk 1.3.3.3) Jurrie werd in 1888 opgeroepen voor militaire dienst en werd ingedeeld bij het Regiment Infanterie. De dienstplicht duurde drie jaar en in 1891 ging hij met groot verlof.
Of hij nou geen passend werk kon vinden of dat het avontuur hem trok weten we niet maar we zien dat hij op 28 juni 1893 werd aangenomen als “soldaat I, regiment infanterie, met een op de 27e te voren aangegane vrijwillige verbintenis voor 6 jaaren bij de Koloniale Troepen, zowel binnen als buiten Europa, ingaande de 28e juni 1893 met 300 gulden gratificatie”.
Bij de keuring werden de lichamelijke kenmerken vastgelegd en ook werd melding gemaakt van een oogafwijking. We lezen in het rapport dat hij werd "betrapt met gezichtszwakte van beide ogen". Zijn kenmerken waren:
Aangezicht: ovaal
Voorhoofd: gewoon
Oogen: blauw
Neus: gewoon
Mond: idem
Kin: rond
Haar: rood
Wenkbrauwen: rood
Merkbare teekenen: gene
Bij zijn aankomst bij het korps: 1.55 meter

Naar alle waarschijnlijkheid volgde ook Jurrien een zes weken durende training in het Veenkoloniaal Werfdepot in Harderwijk en is hij begin augustus 1893 naar Indonesie vertrokken. De reis begon op zaterdagmorgen: de nieuwe groep marcheerde onder begeleiding van militaire muziek van de kazerne naar het station en ging dan met de trein naar Rotterdam waar ze werden ingescheept. Velen hadden tegen die tijd hun gratificatie van 250 tot 300 gulden dan al uitgegeven in de lokale kroegen en bordelen. Harderwijk werd in die tijd zelfs “het gootgat van Europa” genoemd. Dit uitbundig uitgaansleven en daaruit voortkomende talrijke vechtpartijen was menig Harderwijker een doorn in het oog maar anderzijds was het ook een flinke bron van inkomsten. Of Jurrien ook deelnam aan het nachtleven in Harderwijk weten we niet. Wat we wel weten is dat hij zijn mannetje stond als het op straatvechten aankwam en dat hij daardoor ook met de politie in aanraking was geweest.
In 1893 ging Jurrien dus naar Indonesie en werd gelegerd in Soerabaya.

harderwijk_vertrek_knil.jpg

Het station in Harderwijk vanwaar de meeste KNIL soldaten vertrokken naar Nederlands Indie






Hoe het hem persoonlijk verging is niet bekend. Wel hoe het in het algemeen ging met de KNIL militairen. En daar waren grote verschillen tussen de officieren en de manschappen. De officieren waren in aanzien en werden goed verzorgd en de gewone manschappen moesten zich maar redden. Een enkeling kon zich een huishoudster veroorloven en mocht dan wonen in een afgescheiden barak op het kazerneterrein. Op dit gedeelte woonden ook de inheemse soldaten met hun gezinnen.
Van Jurrien heeft er een foto gerouleerd waarop hij samen met een huishoudster en een kind staat . Als Jurrien zich een huishoudster kon veroorloven dan zouden we kunnen concluderen dat het hem redelijk verging maar financiele gegevens bij zijn overlijden wijzen op het tegendeel.
Jurrien overleed op 11 november 1900 “ten gevolge van koortsen”. De commandant van het legeronderdeel waartoe Jurrien behoorde vraagt aan de Gouverneur Generaal wat de nalatenschap van Jurrien is. Deze antwoord: Fl 2,44 ! Er wordt nog een extra toegekend van Fl 8,30 en na aftrek van kosten wordt er Fl 9,24 overgemaakt aan de belanghebbende J.Brondijk te Schilwolde in de gemeente Slochteren.
Terugkerend naar dat fotootje waarop hij staat met een Indische vrouw en een kind: relaties tussen militairen en de lokale bevolking kwamen veelvuldig voor. Soms kwamen hier ook kinderen uit voort. En zolang de betreffende militair daar bleef waren er geen problemen. Pas als hij terugkeerde naar Nederland of stierf konden er vervelende situaties ontstaan. Meestal bleef de huishoudster met kind achter. Ze moest dan ook de kazerne verlaten en was aangewezen op ondersteuning van de familie waar ze vaak als paria werden behandeld. Want je had een relatie met de bezetter gehad en daarbij ook nog een kind opgelopen.
Misschien loopt er in Indonesie dus nog iemand rond die een Brondijk als voorvader heeft (?)

peneleh_begraafplaats.jpg Hij werd op kosten van de gouverneur begraven op de militaire begraafplaats Peneleh bij Soerabaya.